dinsdag 15 juli 2014

Van Triacastela naar Santiago

Ook het laatste grote 'obstakel' op weg naar Santiago hebben we vandaag bedwongen. ( Obstakel is geen goed woord voor het prachtige dal waarin we naar boven klommen) We klommen in drie en een half uur van Trabadelo naar O' Cebreiro boven op de bergrug die Galicië scheidt van de rest van Spanje. Klimmen gaat ons steeds beter af. We voeren geen gevechten meer met de berg. We passen ons (verzet) aan. 
In de eerste weken van onze tocht heb ik bij het klimmen vaak moeten denken aan de mooie mindfulness meditatie van Edel Maex over 'de berg'. 'De berg wordt niet aangetast door alles wat er buiten gebeurt.' Zo merkte ik dat de berg zich ook niks aantrekt van mijn zuchten en vloeken. Er is maar een oplossing: ik zal me moeten aanpassen aan de berg.
We klimmen nu vaak met Spaanse mountainbikers. Zij op het onverharde pad, wij op de weg. Een jong stel zien we nu dagelijks wel drie keer. Bij de rustplaatsen vertrekken zij eerder dan wij, maar bij de volgende rustplaats zitten wij al met een pilsje  op het terras als zij uitgeput bovenkomen. Klimmen doen we waarschijnlijk even snel, maar dalen over de weg gaat veel sneller. 




Gisteren sliepen we in het mooie hostel dat Elly en haar Spaanse man in Trabadelo hadden opgeknapt.  Vandaag in een albergue waar wij duidelijk de oudsten zijn. Veel Spaanse en Duitse studenten die in hun vakantie een (klein) deel van de camino lopen. 


We naderen Santiago; nog 2 of 3 fietsdagen. Dus onze gesprekken gaan over het afronden. We hebben een fantastische tijd. We genieten met volle teugen, maar.... 


SANTIAGO DE COMPOSTELA  2732 km



Donderdagmiddag 17 juli 2014 kwamen we aan in Santiago. We hadden enkele zware fietsdagen met veel klimmetjes.  Veel eucalyptusbossen en veel jonge mensen onderweg .
Pas de volgende ochtend hoorden we in de Huiskamer van de Lage Landen, over de ramp met de MH 17 die plaats vond op de middag dat wij de laatste kilometers van onze tocht reden. We werden uitgenodigd voor een speciale viering in een zijkapel van de kathedraal op zondag om de slachtoffers de herdenken.
De dagen in Santiago waren wat onwezenlijk. De vreugde over het voltooien van onze toch werd vermengd met het verdriet en de vragen die deze ramp opriepen.





















zondag 13 juli 2014

El Acebo.     2480 km.


"Als ik een praatje moet houden over de camino, dan zeg ik altijd dat je het Spaanse deel in drieën kunt delen. En dat die drie delen overeenkomen met de stadia in spirituele groei." Aldus Jan, onze gastheer in de herberg Nos Reppos waar we zo'n 4 weken geleden sliepen. " In het eerste deel tot Burgos is alles nog groen en fris; de pelgrim is ook nog fris en verwachtingsvol. Daarna komt de Spaanse hoogvlakte: eentonig, saai, lelijk, ongenadig, dor, ........ Zo is het dan ook met de ziel van de pelgrim. Er komt vertwijfeling en eenzaamheid. 
Maar dan, na Astorga, komen in de bergen de geuren en kleuren weer terug. Er zijn weer prachtige vergezichten. En in Galicië is er weer het frisse groen.  De ziel loopt over van vreugde en er is vol op energie."




Vandaag hebben wij deze tintelende vreugde mogen ervaren in de klim van Astrorga naar Cruz de Ferro. Prachtig berglandschap met bloeiende heide. We reden zoals in de afgelopen dagen bijna steeds parallel aan de onverharde camino met de wandelaars.  Het 'buen camino' dat wij elkaar vandaag ook steeds toewensten was hartelijker dan op de hoogvlakte.





En het is van grote betekenis dat aan de top van deze klim, bij het Cruz de Ferro, ook alle ruimte is voor de zorgen en verdriet. Hier leggen al eeuwen pelgrims bij een groot kruis steentjes neer;  vaak meegenomen van thuis. Deze steentjes symboliseren de zorgen en verdriet dat men hier wil achterlaten. We merkten dat iedereen anders omgaat met deze heilige plaats. Mountainbikers crossen de 'steenhoop' op. Een Spaanse familie maakt op de top een groepsfoto met de muziek uit hun mobieltjes aan. Wij hadden het geluk om samen met jonge mensen uit de USA, Spanje en België aan de voet te staan. Iedereen gaf elkaar de de tijd en ruimte om even alleen in stilte naar boven te gaan om een steentje of briefje achter te laten.



Tijdens de klim namen we een lange pauze in Foncebadon. Een bijzondere plaats op de camino. Ooit een verlaten en vervallen bergdorpje. Nu tussen de puinhopen weer herbergen en voorzieningen voor de pelgrims.



Na een steile afdaling vonden we een slaapplaats in El Acebo een bergdorpje waar in de winter maar 7 mensen wonen.  Nu is het drukker. Op de achtergrond horen we de Duitse vrouwen in de bar juichen. Waarschijnlijk heeft Duitsland gescoord tijdens de WK finale.



zaterdag 12 juli 2014

Astorga.   2440 km.

In Frankrijk waren de dorpsfeesten altijd op de dag voor dat we aankwamen of net op de dag na ons vertrek. Maar vandaag hadden we wel drie keer geluk. Eerst een feest met braderie om een vijftigjarig jubileum te vieren van iets in het dorp. Twintig kilometer verder reden we weer een dorpsfeestje binnen. (Helaas door glas, zodat ik net na het dorp mijn tweede lekke band had.) En vanavond in Astorga gaf het lokale jeugdorkest een uitvoering op het centrale plein. 
We genieten altijd als we zo onverwachts een feest meemaken dat niet opgezet is voor toeristen.



Gisteren was er een meer ingetogen feest in onze herberg in het klooster van de zusters Benedictinessen in het centrum van Leon. Het was de feestdag van de heilige Benedictus. De feestelijkheden waren vooral kerkelijke vieringen. Maar zoals we al schreven, kiezen we in Spanje meer voor de bar dan voor de kerk.

We hebben steeds meer een vast ritueel na aankomst op de slaapplaats. Na de was lopen we stad of dorp in, bezoeken bezienswaardigheden en gaan op een terrasje zitten met een glas witte wijn en tapa's. Dat houden we een hele tijd vol, tot het moment dat het pelgrimsmenu geserveerd gaat worden.


We hebben nu 4 dagen Spaanse Hoogvlakte achter ons met prima fietsweer.  De afgelopen dagen viel ons vooral het irrigatiesysteem op.  Overal kanalen met flink stromend water, daaraan gekoppeld  goten en sloten die aftakkingen hebben naar iedere akker. Er is een flinke afwisseling van gewassen: haver, tarwe, bieten, aardappelen, mais en hop. 
We rijden steeds op een hoogte van rond de 850 meter. s'Ochtends is het flink koud, maar voor de rest van de dag terrasjesweer.
Tussen Leon en Astorga reden we over de oude brug bij Hospitaal de Obrigo. De geschiedenis van deze brug met 18 bogen gaat terug tot de romeinse tijd.


Morgen trekken we de Montes de Leon in. We gaan dan naar het hoogste punt van onze tocht. Nog zo'n 500 meter hoger dan de pas in de Pyreneeën.


woensdag 9 juli 2014

Castrojeriz.    2220 km

Vanuit Najera reden we door de wijn- en tarwevelden van de Rioja naar de kloosters van San  Millan de la Cogolla. Ik was hier meer dan tien jaar geleden ook geweest tijdens een trektocht door de Sierra de la Demanda. We kwamen aan de rand van het echte hooggebergte met toppen boven de 2000 meter. 

Terug op de camino in  Sto. Domingo de la Calzada, zagen we dat er nu betaald moet worden om in de kerk de bekende levende haan te mogen zien. Verder over een kaarsrechte weg van meer dan 8 km. naar Belorado. 
In de herberg mochten we de kamer en de stapelbedden delen met Michelle en Amanda, twee jonge Amerikaanse highschool docenten (Moderne Geschiedenis en Spaans). Ze waren aan het herstellen van een teleurstellende start van hun camino. Na twee dagen had Michelle al zoveel last van open blaren op haar voeten, dat ze niet meer verder konden. Na een rustperiode hadden ze vandaag weer een etappe kunnen lopen. Tijdens het avondeten vertelden ze  enthousiast over hun werk, maar ook over de toenemende werkdruk en de magere salariëring. Steeds grotere groepen ( tot 39 leerlingen), steeds meer taken, steeds meer administratie, meer verantwoordelijkheid en minder ruimte om het vak op een eigen manier vorm te geven.  Voor ons heel herkenbaar. Wat willen we als samenleving bereiken als we zo omgaan met geïnspireerde jonge mensen? 
De etappe naar Burgos had 2 gezichten. s' Ochtends door het prachtige heuvelland van de Montes de Oca naar San Juan de Ortega. Dit  afgelegen klooster is een historische plaats op de camino. Hier dronken we koffie met lopers en fietsers. Fietsers bewonderen onze Koga's.




Daarna door het voorgeborchte van Burgos: autowegen, industrieterreinen en nieuwbouwwijken. Via een fietspad door het park kwamen we in het centrum. We vonden snel een Hostal in een flatgebouw. Net als overal waar we komen, wordt er ook hier goed voor de fietsen gezorgd. Ze mochten op de 2de etage bij de receptie staan; wij kregen een kamer op de 7de verdieping.
We bezochten de kathedraal en zaten uren op bankjes op pleinen, kijkend naar het Spaanse stadsleven dat rond 6 uur weer op gang komt. Oude dames lopen in hun mooiste kleren een rondje. Mannen discusieren. Kinderen spelen.

Vandaag aan de meseta begonnen. De Spaanse hoogvlakte kan ongenadig zijn door hitte en/of tegenwind. Voor ons was er de genade van een frisse stormwind in de rug. We waren in Hontanas en zagen hoe sterk de voorzieningen zijn uitgebreid. In 2008 was er een herberg, nu telden we er al vier.
In Frankrijk hadden we dagelijks de zorg om betaalbare slaapplaatsen te vinden. Hier is die zorg er niet. We rijden in de loop van de middag het dorp in en lopen een herberg binnen.
Ook vandaag voor  6,50 euro p.p. weer een stapelbed gevonden in een karakteristiek oud huis midden in het dorp.






zondag 6 juli 2014

Najera.      2033 km

In Spanje zitten we meer in de bar dan in de kerk. Het begint al rond zeven uur s' ochtends voor ontbijt. Na 25 km. tijd voor koffie en thee. (Vanochtend zaten op het mooie plein voor de kathedraal van Logrogno.) En ook de rest van de dag moeten we natuurlijk steeds vocht bij tanken. Er zijn hier ook veel meer bars dan in Frankrijk en ze hebben ruimere openingstijden.  Vandaag is het zondag en in Frankrijk was het s' middags ( en buiten de grotere plaatsen s' avonds ook) totaal uit gestorven. Het had iets beangstigends voor ons. Hier in Spanje is er volop leven. De terrasjes zitten vol met oudjes en gezinnen met kinderen. Ook hier voelen we ons welkom. Vaak wensen mensen ons ' Buen Camino'.


In het Spaanse landschap voelen we ons nu beter thuis dan in 2008. Toen vergeleken we het steeds met Frankrijk en die vergelijking viel steeds negatief uit voor Spanje. Nu zien we meer de eigenheid en de eigen schoonheid van dit land. Het is hier niet idyllisch, maar open, wijds en ruw. Er is niets om de lelijkheid van snelwegen, fabrieksterreinen, rommel en verval te verbergen. Het is schaamteloos eerlijk. Toen we in mei door het Roerdal naar de Eifel trokken, reden we door prachtige natuur. Maar die strook langs de rivier was vaak maar 200 meter breed. Daarbuiten ook snelwegen en fabrieksterreinen.





Dus de bar wordt steeds aantrekkelijker en de kerken steeds minder. Gisteravond zaten we in de grote kerk van Los Arcos. Bijna elke centimeter uitbundig versierd met (geroofd) bladgoud. We hebben geprobeerd te bedenken welke voor ons in voelbare religieuze ervaring hier verbeeld wordt. Het lukte niet.

Vandaag steeds parallel gefietst aan de camino van de lopers. Naast ons, op het onverharde pad overal mensen met rugzakken. Alleen, met twee of in kleine groep. Heel herkenbaar. 
Er zijn opvallend veel jonge mensen onderweg. Amerikanen, Duitsers, Spanjaarden, maar nauwelijks landgenoten. 
De 'weg' is bewegwijzerd als een verkeerswegen, met grote uniforme richting borden, waarschuwingsborden bij kruisingen met de verharde weg.  Verkeerd lopen kan niet meer. Verkeerd fietsen wel, omdat als we even staan te twijfelen er wel een lokale bewoner komt om ons naar de camino te wijzen. Als wij proberen aan te geven dat we de fietsroute zoeken en dreigen een andere kant op te gaan, worden de woorden en gebaren steeds nadrukkelijker. Wij blijven vriendelijk 'gracias' zeggen en gaan onze eigen weg. Voor Spanjaarden is het normaal om de camino per mountainbike over de onverharde weg te doen.

Ook de voorzieningen zijn uitgebreid en luxer geworden. In 2008 was de keuze bij het pelgrimsmenu: lomo (varkslapje)  of pollo (kip). Nu zijn er 5 keuzes bij voorgerecht en 5 bij het hoofdgerecht. De nieuwe herbergen hebben,kleinere slaapzalen, betere bedden en sanitair. En Wifi....

vrijdag 4 juli 2014

Cezur Mentor.  1908 km.

'Kijk de auto's drijven in de rivier'. De fietsenmaker in Pamplona liet op zijn mobieltje zien dat er vlakbij ernstige overstromingen waren. We konden ons dat best voorstellen. Het had de hele avond en nacht geregend en ook tijdens de 20 km die we al hadden gefietst goot het. Het fietspad langs de rivier was onbegaanbaar; het was overstroomd. We hadden te doen met alle berugzakte mensen langs de weg. Drie dagen geleden vol goede moed vertrokken uit St. Jean en nu al voor de derde dag mist en regen. Gisterenavond hadden we in de herberg al gezien hoe veel mensen moeizaam liepen en verwondingen hadden aan de voeten.




Bij het binnenrijden van Pamplona kreeg ik een lekke band. Het regende dat het goot, maar binnen de kortste tijd kwamen wel een tiental mensen langs om te vragen of alles goed ging en vooral in voor ons onbegrijpelijk Spaans of Baskisch advies te geven.
We waren bij de fietsenmaker terecht gekomen, omdat we bij beide fietsen nauwelijks nog remkracht hadden. Na twee van de boeiendste uren van onze tocht vertrokken we met afgestelde remmen en versnellingen en nieuwe remblokjes. Het was een bijzondere fietsenmaker. Toen ik bij het binnenkomen vroeg of hij tijd had om de remmen bij te stellen, antwoordde hij ''That depends, are you a christian?'' Voor christenen zou hij misschien geen tijd hebben; of het zou meer kosten.  Later legde hij uit dat hij deze opening vaak gebruikte om mensen te laten ervaren wat het betekent om beoordeeld te worden op geloof of ras. 
Ook maakte hij ons onmiddellijk duidelijk dat hij geen Spanjaard was, maar een Bask. Tijdens het werken aan de fiets spraken we over de economische crisis, corruptie, filosofie, politiek, onderwijs en ...... Bossche Bollen. Want hij wist ook het een en ander van ons land.




Toen we bij hem vertrokken was het droog. Pamplona was zich aan het opmaken voor de San Fermin feesten. We ontvluchtten de drukke binnenstad en streken neer in een herberg aan de voet van de Alto del Perdon. Maar 26 km van ons vertrekpunt vanochtend na een boeiende fiets(pech)dag.

donderdag 3 juli 2014

Zubiri   1881 km

We lagen vanacht met veel verschillende nationaliteiten op de slaapzaal: Amerikanen, een Pool, enkele Spanjaarden, een Duitser en een Koreaan. Zij spaken wel allemaal de internationale taal van het snurken.
 Wij hadden afgesproken om om 7 uur op te staan, maar onze buren in de stapelbedden dachten daar anders over. Om half zes was iedereen al bezig met pakken voor hun eerste dag op de camino.



Dus begonnen wij voor onze doen ook vroeg aan de oversteek van de Pyreneeën. In een mooi dal fietsten we eerst naar de Spaanse grens en daar begon een geleidelijke klim van 16 km. Hanneke heeft soms wel gevloekt, maar over het algemeen liep het gesmeerd. Na de top en een kort bezoek aan Roncesvalles begonnen we aan  een flinke afdaling.  We hadden vandaag geluk met het weer. Het was, zoals gebruikelijk in de westelijke Pyreneeën, bewolkt. Maar het onweer brak pas los toen we hier in de 'albergue' waren.
We moeten natuurlijk wel even wennen nu we opgenomen worden in de stroom van pelgrims uit alle werelddelen. In de herberg is het druk. We mochten kiezen of we morgen met de groep van half zeven of van zeven uur willen ontbijten. Wij kozen natuurlijk voor het laatste. Maar we genieten ook van al die verschillende mensen om ons heen. Er heerst een sfeer van verwachting en optimisme.


woensdag 2 juli 2014

St. Jean Pied de Port.     1825 km.

De oversteek van Orolon naar St. Jean voert door Frans Baskenland. Een streek van groen en rood. Het baskisch rood van de boerderijen tegen de achtergrond van groene heuvels.

We bezochten het romaanse kerkje in L'Hopital St. Blaise. Voor alle mensen met keelpijn staken we een kaarsje aan bij de heilige Blasius. Wij weten nog dat we als kinderen jaarlijks de blasiuszegen kregen: twee gekruiste kaarsen tegen je keel.



Daarna de beklimming van onze eerste 'col': de col d'osquich. Met aan het begin en na elke kilometer een aanduiding van hoogte en stijgingspercentage. We klimmen langzaam, maar gestaag. Donkere wolken dreigen en vlak voor de top vallen dikke druppels. We hebben een hotel op de top met fantastisch uitzicht, maar daar hebben we niet van kunnen genieten,omdat het die middag en avond bleef regenen en we al snel bedekt werden door mist en wolken.




Vanochtend afgedaald vanuit de wolken. We kwamen snel op vertrouwd terrein, de drukke weg naar St. Jean Pied de Port. Dit voelde anders aan dan de andere keren dat we fietsen op onze wandelroute van 2008. Er was kippenvel en een speciaal soort gevoel van 'aankomen'. Wat maakt deze plaats zo speciaal?
We kregen op het pelgrimsbureau een nummer van het stapelbed in de gemeentelijke refuge. We waren gelukkig vroeg, want nu staan er zeker 20 mensen buiten te wachten .
Vandaag dus een halve rustdag. Morgenvroeg op weg naar Spanje. Dan trekken we de Roelandspas over.

Ook vandaag kregen we onderweg steeds weer aanmoedigingen. Men roept ''bon courage'', zwaait, steekt een duim op of toetert. We hebben maar een keer ''allez poupou'' gehoord. Maar die man was zeker van de leeftijd van Raymond Poulidor.

Col d'Osquich.  1800 km 

Zaterdagmiddag aan het einde van onze rit naar Montesquiou zagen we in de verte de vaal blauwe schijn van hoge bergen met hier en daar witte sneeuw vlekken. De Pyreneeën kwamen in zicht. Het was geen opwekkende gebeurtenis. We waren totaal uitgewoond door de hitte en het voortdurend beklimmen van eindeloos veel heuveltjes. De winkel was zaterdag middag gesloten en het restaurant zou die avond ook niet open zijn. De man van de bar wilde ons wel een brood verkopen, want wij deden 'le chemin'. Je kon merken dat hij het vervelend vond om ons zo, met alleen een brood, de hitte in te sturen.
We sliepen die avond op een ganzenboerderij waar foie gras te koop was. Toch maar niet gedaan en van de restjes uit onze voorraad een broodmaaltijd bereidt.


Die nacht was er een flink onweer. En na bijna 4 weken moesten we die zondag voor het eerst schuilen voor de regen. Zo kwamen we onder de arcades van het marktplein in Marciac aan de praat met Christophe. Hij nodigde ons bij hem thuis uit voor de koffie.
Omdat hij ook in het onderwijs werkt, hadden we genoeg gespreksstof.
Via een stukje van het parcours van de 19de etappe van de Tour de France van dit jaar (25 juli) reden we naar Maubourguet . Onder het overdekte marktplein was er rommelmarkt, waar we ook frites en worstjes konden eten. We kregen meer aandacht dan de kraampjes met 'rommel'. Iedereen wilde iets horen over onze tocht.




Daarna nog een hele middag klimmen en dalen in de stromende regen. Af en toe schuilen in een bushokje. In een van die hokjes, bij een boerengehucht, was een plank met boeken: La petite bibliotheque libre. Iedereen kon boeken meenemen. Reglement: "il n'y a pas de reglement''.
We kwamen nat bij een gesloten hotel, terwijl we wel gereserveerd hadden. Er hing een telefoonnummer en de eigenaar gaf telefonisch door waar hij de sleutel verstopt had. We hadden het hele hotel voor onszelf.
Maandag 30 juni werd Hanneke wakker van de piepjes van haar telefoon. De berichten met felicitaties voor haar 61-ste verjaardag kwamen binnen.
Met mooi weer vertrokken we naar Orolon Ste Marie, het eindpunt van onze route 'Langs Oude Wegen'. Oude mensen langs oude wegen.




Tijdens onze middagpauze op een bankje onder een plataan werd Hanneke gebeld door de kinderen uit haar klas. Ze zongen voor haar en stelden vragen over de tocht. Een fantastisch verjaardagscadeau.