zondag 29 juni 2008

Arzúa

Nog 2 wandeldagen om Santiago te bereiken. Als alles goed gaat zijn we dinsdag 1 juli rond 12.00 uur op het plein voor de kathedraal. (Er is daar een webcam en jullie kunnen dus live getuigen zijn van onze aankomst)

Dit is een goed moment om nog eens het bericht van 22 februari op deze weblog te lezen. Daar vertelt Hanneke over haar sponsoractie. Ik (Hans) heb nu meer dan 3 maanden met haar gelopen. Dag in dag uit vroeg opstaan, rugzak om en weer de paden op voor 25 km klimmen en dalen, aanmodderen, regenkleding aan en uit, puffen in de warmte. (Haar laatste rustdag was 9 mei !!!!) Ik heb nog meer bewondering gekregen voor haar doorzettingsvermogen en stille kracht. Daarom lijkt het me niet gek om de sponsoractie nog eens onder jullie aandacht te brengen.

We zijn nu wat voor op ons schema van het begin van de reis. Zeker de laatste week schieten we goed op. Vandaag liepen we weer 29 km. We hebben maar heel beperkt last van blessures en ongemakken, vergeleken met veel medepelgrims. Hanneke heeft last van haar knie bij het dalen. Toen Pierre, een gepensioneerd veearts uit Luik, vanochtend zag dat ze een bandage om haar knie had, dook hij direct in zijn medicijntas en haalde er een strip pillen uit die ze kon gebruiken. Hij schreef ze ook voor aan kreupele paarden en daar werkten ze prima bij. Prachtig om zo´n man dagelijks een paar keer te ontmoeten.

Aan het einde van de ochtend haalden we Marina in. Het deed ons goed om haar weer te zien. Na meer dan 6 weken samen lopen, lopen we nu al weer 2 weken apart. Marina heeft bezoek van haar moeder en Mathias, een vriend. Zij gaan de laatste 100 km naar Santiago samen lopen. Haar moeder heeft geen enkele wandelervaring en loopt toch dagelijks meer dan 20 km heuvel op heuvel af. Uit eigen ervaring kunnen we zeggen dat dit een hele prestatie is.

Het is niet gemakkelijk een tocht als deze af te sluiten. Het dagelijks ritme van vroeg opstaan, inpakken, lopen, lopen, rusten, lopen, lopen, rusten, eten en slapen, is een tweede natuur geworden. Onder het lopen praten we samen steeds meer over onze ervaringen en onze verwachtingen voor de komende tijd, als we weer 'gewoon' thuis zijn. Op onze tweede dag, zei Wannes, bij wie we thuis in Kasterlee sliepen: "Ieder loopt zijn eigen weg.. en dat geldt ook voor jullie als paar". Hij heeft gelijk. We merken steeds dat de tocht voor ieder van ons een eigen beleving en betekenis heeft. Dat geldt ook voor het afsluiten van de tocht. Hans verwerkt de gevoelens die in deze tocht zijn 'losgelopen'. Hanneke ordent haar rugzak vol ervaringen en heeft zin om naar huis te gaan.


donderdag 26 juni 2008

Sarria

Hanneke en ik behoren tot de staart van het pelgrimspeleton dat zich hier dagelijks door het landschap slingert. Wij vertrekken later, lopen langzamer en rusten meer dan de grote groep. Tegenover al dit genot staat soms ook wat ongemak: als wij aankomen zijn in de herbergen de onderbedden van de stapelbedden bezet en soms is ook de boiler leeg en missen we een warme douche. Hanneke kan nog wel in een bovenbed klimmen, maar kan er niet meer uit en moet dus elke ochtend door haar prins in de armen genomen worden.
Zo kwamen we 2 dagen geleden in Vega de Valcare ook weer laat (15.00 uur) de gemeentelijke herberg in. De bedden lagen vol met slapende pelgrims. Hanneke vond gelukkig in een achter kamer nog 2 bovenbedden. Onder lagen al 2 mannen te slapen. We doken op bed. Hanneke viel in slaap en ik deed mijn administratie (opschrijven afgelegde kilometers, lezen over de route van de volgende dag, enz). Na een uurtje sprong ik uit bed en keek de man in het bed onder mij in het gezicht. Hij leek me bekend. "Dag Hans, ik ben Frans, ken je me nog ".
Na 2100 kilometer kruisten in dit stapelbed onze weg zich met de weg van Frans de Graaf uit Diessen. ( We kenden Frans uit het voorbereidingsweekend in Vessem ) .
We trokken naar de plaatselijke bar en er volgde een stortvloed van verhalen. We hadden op veel dezelfde plaatsen gelogeerd en ook nog veel dezelfde mensen ontmoet. Daarna samen eten.
De volgende dag klommen we door een prachtig berglandschap naar O' Cebrero, een bergdorpje op een pas.
Daar ontmoetten we Harrie, de wandelmaat van Frans, die na een blessuretijd weer goed op dreef was.
Flarden wolken dreven door de straten van het dorp. We besloten om nog wat uurtjes door te lopen. Op de pas van Alto de Poio was een bar en een eenvoudig onderkomen. Ook daar troffen we Frans in bed aan.
Weer uren de tijd om ervaringen uit te wisselen. Het deed ons goed om zo samen na te denken over wat de betekenis is van alles wat we hebben meegemaakt.
Vanochtend samen met Frans de afdaling naar Triacastela gedaan. Hij bleef daar achter. Zijn linkervoet gaf te veel problemen en hij wilde rust nemen. ( zijn terugvlucht is pas 8 juli). Wij waren moedig en trokken verder in het mooie landschap van Galicië. Prachtige holle wegen met oude bomen.
En natuurlijk, ook dit keer weer alleen een bovenbed in de herberg. Gelukkig was de boiler niet leeg.
Pierre en Jean Pierre ( 2 mannen uit Belgie) die ook van thuis vertrokken zijn er ook. Dus snel afsluiten, want we gaan samen eten.

maandag 23 juni 2008

Cacabelos

Gisteren klommen we met prachtig weer door een haag van knalgele brem en diep paars/blauwe heide naar het Cruz de Ferro en daarna naar het hoogste punt van onze hele tocht (1532 meter). We kwamen door Foncebadón. Nog niet zo lang geleden een verlaten en vervallen dorp. Nu, dankzij de camino, weer in opbouw.

Bij het Cruz de Ferro klommen we de steenheuvel op en legden de steentjes die we al vanuit Nederland in onze rugzak droegen bij het grote kruis en dachten speciaal aan de mensen voor wie wij ook een steentje gedragen hadden. Deze symbolische handeling van duizenden mensen door de eeuwen heen maakte veel indruk op ons. Vooral als je op het kruis allerlei foto's geprikt ziet ga je denken aan het verdriet dat achter die lachende gezichten verborgen zit.

De afdaling was zwaar door de hitte en het onregelmatige pad. Gelukkig hadden we een prima herberg in Molinaseca. We troffen er ook weer een groot aantal bekenden van vorige dagen. Vanwege de voetbalwedstrijd Spanje - Italië werden we al om 7 uur aan tafel verwacht voor het pelgrimsmenu. Zo'n menu bestaat uit 3 gangen met steeds een beperkte keuze. We kunnen het al dromen. Eerste gang: macaroni of gemende salade of soep (knoflook of linzen). Tweede gang: filet van kip of rund of vis met frites. Toetje: klein bakje ijs of yochert, taartje of fruit. De laatste weken is het goed te eten, maar we hebben ook wel slechte kwaliteit gehad.

Na het eten wordt er voetbal gekeken. (Eergisteren keek ik alleen in een lege bar naar Nederland Rusland) Van de wedstrijden die om 20.45 uur beginnen kunnen we alleen de eerste helft zien, want voor pelgrims geldt hier een ophokplicht van 22.00 tot 6.00 uur.

Morgen trekken we verder richting de laaste bergrug van onze tocht: de klim naar O Cebreiro. We trekken dan Galicië binnen.

zaterdag 21 juni 2008

Rabanal del Camino

Gisteren, 20 juni, was een bijzondere dag. We zijn precies 3 maanden onderweg en we bereiken het punt van de 2000 gelopen kilometers. We denken terug aan die regenachtige dag in maart waarop de kinderen in Riel zongen: 'It's a long way to Santiago'. Inderdaad 'a long way', maar het einde komt in zicht. En het is gelukkig niet regenachtig, maar volop zomer ( 30 graden).

Tijdens het lopen proberen we terug te kijken op de afgelopen maanden. Dat gaat nog niet zo gemakkelijk. We leven van dag tot dag en hebben het al moeilijk om te weten wat we een paar dagen geleden gedaan hebben. We hebben moeite om bijvoorbeeld de periode in Frankrijk te zien als een onderdeel van deze tocht. Vaak hebben we het gevoel dat dat iets is van een vorige vakantie of zo iets.

Vanochtend een verrassende ontmoeting op een terrasje in Santa Catalina de Somoza ( de naam is groter dan het dorp) met Harrie uit Diessen. We kennen hem en zijn maat Frans van het voorbereidingsweekend in Vessem. Harrie wachtte op Frans die in de loop van de dag in het dorp zou aankomen. Zelf had hij een tijdje geleden last gekregen van zijn rug en had rust moeten nemen. Daarna had hij de bus genomen en had deze ochtend een kilometer of 10 gelopen. Dat ging goed en hij hoopte rustig aan toch weer tot Santiago te komen. Frans zou morgen weer doorlopen (en dus ook ons voorbij gaan) en door gaan naar Finisterre. Op 8 juli vliegen ze dan samen terug naar Diessen. Fijn om weer eens Nederlands/Brabants te kunnen proaten. Tot nu spreken we nu en dan even met Nederlandse fietsers, maar ontmoeten we geen Nederlandse wandelaars.

Woensdag waren we in Leon. Sfeervolle binnenstad, vooral vroeg in de avond als iedereen op straat is. We sliepen in de herberg van het klooster van de Benedictinessen en sloten de dag af door met 100 pelgrims deel te nemen aan de kompleten.

Direct na Leon begon de strijd van de gele pijlen. Er is een route die de snelweg volgt en een alternatieve route over veldwegen langs enkele kleine dorpen. Dus de hele weg vol gele pijlen in allerlei richtingen in de hoop de stroom pelgrims naar het eigen dorp/restaurant/bar/herberg te lokken. De economische betekenis van de camino is groot. Maar dat was al zo in de Middeleeuwen. De beheerder van de herberg in het Franse St. Leonard de Noblat vertelde een maand geleden al dat vanaf de 14e eeuw de reliekschrijn van de plaatselijke heilige in een soort kluis zat die slechts met 3 verschillende sleutels geopend kon worden. Dit om te voorkomen dat hij gestolen zou worden door de bewoners van andere stadjes die daarmee hoopten de stroom pelgrims in hun richting te sturen.

Na Leon lopen we gelukkig steeds meer over veldwegen. Langzaam trekken we de bergen van de Montes de Leon in die we al een week voor ons hebben zien liggen. Vandaag een prachtige wandeldag over een pad omzoomd door gele brem en paarse vlinderlavendel. We vonden weer een slaapplaats van 5 euro p.p. in een slaapzaal in een van de herbergen van het dorp. Terwijl we op het terrasje voor de herberg zaten trokken bekende en onbekende pelgrims voorbij van de 'late groep'. De vroege groep snelt dagelijks uren voor ons uit. Zij staan eerder op, rusten minder en lopen sneller. Wij behoren tot de voorhoede van de late groep (ook al gaat ons alarm om 6 uur af en proberen we om 7 uur op pad te zijn).

Morgen klimmen we naar het Cruz de Ferro. Een enorm kruis boven op een berg waar pelgrims al eeuwen hun lasten achterlaten in de symbolische vorm van steentjes. Wij verheugen ons op deze tocht, want ook wij dragen lasten met ons mee.

zaterdag 14 juni 2008

Carrion de los Condes

We zitten in een cafe, boven ons wordt op de TV de wedstrijd Spanje -Zweden uitgezonden. Het commentaar is luidruchtig. En net op dit moment maakt Zweden 1-1. Het is dus niet gemakkelijk om een goed bericht te schrijven.

Om Burgos te bereiken, moesten(beter is 'mochten') we eerst de bergrug van de Montes de Oca over. Een mooie tocht door eikenbos met bloemen (orchideeën). Helaas klommen we in de laaghangende wolken en hadden dus geen uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra de la Demanda ( In dit berggebied maakte ik (Hans) een tiental jaar geleden een indrukwekkende trektocht)

De volgende dagen werd het weer steeds beter. Prima wandelweer: zonnig, 21 graden een lichte bries.
Woensdag waren we vroeg in de middag in Burgos. Genoeg tijd om de binnenstad te bezoeken. Maar niet genoeg om te genieten van alles wat deze mooie stad te bieden heeft. We waren onder de indruk van de kathedraal. Zoveel religieuze kunst hadden we nog nooit gezien. Met een gezellig etentje namen we afscheid van Anne. Zij gaat met Bea nog 2 kortere etappes doen en dan zit haar vakantie er op en gaat ze terug naar Duitsland.
Kort na Burgos klommen we naar de beruchte meseta. Om deze hoogvlakte tussen Burgos en Leon te doorkruisen hebben we 7 wandeldagen nodig. Vooral de eerste dag was indrukwekkend. Eindeloze vergezichten. Afwisselende kleuren groen en geel en grillig gevormde percelen. Na een kleine 30 km bereikten we een bord waarop stond dat Hontanas, onze slaapplaats, nog een halve km. ver moest zijn. Maar voor ons zagen we een eindeloze vlakte zonder teken van een dorp. Tweehonderd meter verder nog hetzelfde vergezicht. Dan duikt er plotseling een dalletje op met daarin een piepklein dorpje. De helft van de huizen staan leeg en vervallen. Er zijn wel 3 herbergen en in de middag stroomt het gehucht dus vol met meer dan 100 pelgrims. Dat is zeker 5 keer meer dan de totale bevolking.

De volgende dagen op de meseta waren minder verrassend. Vaak rechte paden, soms door graanvelden, soms parallel aan wegen. Kleine dorpjes met verrassend mooie kerkjes en veel afgelegen kloosters.

Ons gidsje schrijft bij de tocht van vandaag naar Ledigos: " Op deze etappe hebt u tijd om na te denken, want veel afleiding hebt u niet: het landschap bestaat uit eindeloze vlakte, dorre velden. Onderweg zijn er (17 km lang) geen dorpen, geen bronnen en geen gelegenheid om iets te eten of te drinken."

Voor ons doet dit landschap denken aan een mix van het Hollands polderlandschap, de IJselmeerpolders en Noord Groningen.

We hadden gelukkig een bewolkte hemel, zodat wij geen last hadden van de zon. En we liepen de afstand van 23 km. zonder probleem. Het zal zeker met zon en warmte afzien zijn, maar we merken dat er in de verhalen die we vooraf gelezen hebben over de tocht over de meseta veel (romantische) overdrijving schuilt. We zijn nu midden op de meseta in het gebied van de lemen woonhuizen. Nog 3 etappes en dan zijn we woensdag in Leon. We hebben er vandaag 1905 km op zitten, nog 371 km voor de boeg. In ons schrift zoeken we op waar we waren toen we pas 371 km gedaan hadden ( vlak voorbij Reims) en zo proberen we te wennen aan het feit dat het einde langzaam naderbij komt.

maandag 9 juni 2008

Belorado

Weer een regenachtige en koude dag (13 graden) op weg naar Belerado. Ook nu volgen we vaak de grote doorgaande weg van Logrono naar Burgos. Het Spaanse landschap is veel wijdser dan een groot deel van het Franse landschap. En zoals elke geograaf weet heeft dat ook invloed op het gedrag van mensen. Een voorbeeld uit het pelgrimsleven van Hanneke:


Woensdag 4 juni zijn we al een hele tijd onderweg wanneer ik heel nodig moet plassen. Van de Franse natuur ben ik gewend dat er veel bomen en struiken zijn maar helaas is dat in dit Spaanse gedeelte niet. Ook een bar of restaurant zijn niet voor handen. De nood is wel heel erg hoog en ik bedenk dat ik bij de eerste deur die in aanmerking komt naar binnen zal gaan. Ik vind er een met bibliotheek erop. Ik verwacht dat ze daar wel een wc hebben. Op de eerste verdieping zie ik niets. Nog 2 trappen op. En jawel, een deur met een damesicoontje erop. Voor me zie ik ook een kleuterklas en ik vraag toestemming aan de juf om naar het toilet te mogen. Natuurlijk geen probleem. Wanneer ik terugkom en wil bedanken komen juf en alle kinderen (4) vrolijk op mij af. In de hal hangt een wereldkaart. Juf , kinderen en ik voor de kaart. Ik moet vertellen hoe ik heet en uit welk land ik kom. Ik moet aan de kinderen wijzen waar Nederland ligt. Er wordt een fiche gemaakt met mijn naam erop en een van de kinderen mag het op Nederland prikken. Er zitten al meer fiches op met namen die zijn op Duitsland, Oostenrijk en Frankrijk geprikt. Er wordt ook nog een kaart gemaakt met mijn naam adres beroep etc. Daarna gaat de hele club mee naar beneden want er moet een foto gemaakt worden van alle kinderen en mijn reisgezelschap. Juf belooft dat ze de foto zal mailen. Lachend en zwaaiend neen we afscheid.

zondag 8 juni 2008

Santo Domingo de la Calzada

Gisteravond liepen we, na het eten van een afschuwelijke pizza, bij toeval een romaans kerkje binnen. Daar was een indrukwekkend optreden van een plaatselijk koor. Zo eindigde deze baaldag toch nog positief.

Vandaag konden we wel genieten van het Spaanse landschap. Heuvels met afwisselend tarwe en (rioja) wijnstruiken. Prachtige vergezichten met een spel van zon en schaduw. Het weer werkt helaas nog niet mee

We waren vroeg in de herberg van het cistercienser klooster. En konden dus op tijd op zoek naar de beroemde haan in de kathedraal.

Nu komen Anne en Bea net het internetcafe binnen. Dus tijd om bij te paten. En dus tijd om af te sluiten

Morgen verder richting Burgos. Daar hopen we op woensdag te zijn.

zaterdag 7 juni 2008

Narera

Vanmiddag zijn we netjes achter aangesloten bij de rij rugzakken voor de deur van de refugio. De rij werd langzaam kleiner en we hebben weer een bed in een slaapzaal voor 90 mensen. Gisteren was de herberg in Logrono vol. Dus konden met een gerust gevoel op zoek naar een hotel. Lekker een 2 persoons kamer met bad midden in het centrum. Onder leiding van Marina ´s avond samen met Anne (Duitsland) en Bea ( Oostenrijk) de kleine straatjes met de tapasbars bezocht. Heerlijk hier en daar wat eten en drinken. Het is een gewone vrijdagavond, maar het lijkt of er een groot culinair feest gaande is.


We eindigen en beginnen onze dagen hier in de bar. In de herbergen is geen ontbijt, dus zoeken we een bar die om 7 uur open is. ´s Avonds eten we in een bar/restaurant het bekende pelgrimsmenu (beperkte prijs en beperkte keuze). We liggen om 22.00 uur in bed en worden om 6 uur ( soms al om 5 uur) gewekt door het geruis van medepelgrims die op pad gaan . Het weer is nog steeds erg wisselvallig. Er is geen enkele reden om al zo vroeg op pad te gaan. Veel pelgrims zijn om 12.00 uur al in de volgende herberg en gaan dan enkele uren op bed liggen slapen. Wij proberen het wat rustiger aan te doen, maar zijn wel steeds vroeger op pad.

We slapen redelijk goed in deze drukke herbergen en voelen ons ook steeds beter op ons gemak in alle drukte.

We ontmoeten er steeds een aantal mensen die we van vorige dagen kennen, maar er zijn ook steeds nieuwe mensen.


We hebben nu 2 dagen van een kleine 30 km per dag achter de rug. Lichamelijk is die afstand steeds minder een probleem. We zijn nu al meer dan een week compeed-vrij. Het is heerlijk om zo ontspannen te kunnen lopen. Vergeleken met het begin leggen we nu meer kilometers per dag af, maar omdat het ons minder moeite kost hebben we meer tijd om het in de overnachtingsplaats dingen te bezoeken.


Vandaag hadden we alle drie wel een moeilijke dag. De reden is voor ieder van ons verschillend. Voor mij (Hans) heeft het te maken met het feit dat het moeilijk is om te genieten van het Spaanse landschap. De camino loopt vaak evenwijdig aan een snelweg. Verder zijn er veel stukken met fabrieken, vuilstort, nieuwbouw. De dorpen en stadjes hebben vaak een mooie kern, maar daar om heen is het groezelig. Dit rommelige landschap roept ' pijnlijke' gevoelens op. En net als de positieve gevoelens, zijn ook deze gevoelens tijdens de camino scherper en helderder.

Gelukkig kunnen we ook veel van die vervelende gevoelens met elkaar delen. Vandaag hebben we dan ook flink gezaagd en gezeverd (Marina´s woorden) over wat er allemaal mis is aan de camino.


dinsdag 3 juni 2008

Puenta la Reina

Vanmiddag via de beroemde brug van Puenta la Reina naar onze refugio Santiago Apostol gelopen.

De brug werd in de 11e eeuw speciaal voor de pelgrims over de Rio Agra gebouwd. In onze herberg kunnen meer dan 90 mensen slapen, maar gelukkig zijn er maar 30 pelgrims. De meeste zijn in de eerste 2 herbergen van het dorp blijven hangen. Het verblijf in grote refugio's is al een hele ervaring. Slaapzalen met stapelbedden, beperkt sanitair, slapen om 10.00 uur, opstaan om 6 uur en soms al eerder. Overdag spreekt men allerlei talen, s' nachts slechts de taal van het snurken en die blijkt universeel te zijn. Tot nu toe hebben we goed geslapen.

Vanuit Roncesvalles zijn we in 2 dagen naar Pamplona gelopen. De eerste dag 26 km met flinke afdalingen door de modder. De 2e dag 15 km. We waren al om 11.45 uur in Pamplona ( resultaat van vroeg vertrekken) en vonden direct een schoenmaker die onze 3 paar schoenen van een nieuwe vibram hak kon voorzien. Binnen 3 uur waren ze klaar voor nog geen 11 euro per paar. We hadden snel een pension in het centrum gevonden, zodat we alle tijd hadden om de stad te bezoeken. We liepen door de straten waar in juli de dappere jonge mannen de stieren uitdagen. Voor het eerst een echte Spaanse sfeer. 's Avonds tappas gegeten in de bar.

Vanochtend geklommen naar de Puerto del Perdón. Op deze heuvelrug staat naast een rij windmolens ook een mooi pelgrimsmonument. Volgens ons gidsje is het ook een klimaatscheiding. En dat klopte. We verlieten het regenachtige dal van Pamplona en kwamen in droger mediterraan gebied. Voor het eerst kon het Spaanse landschap ons bekoren. Tot dan toe was het te rommelig geweest .

Het grote verschil met onze tocht in Frankrijk is toch vooral het feit dat we hier met zeer velen lopen. Binnen het gezichtsveld zijn altijd pelgrims. Niet alleen onderweg, maar ook in stad of dorp. Opvallend is dat we geen Nederlanders of Vlamingen ontmoeten. Veel Fransen en Spanjaarden. Maar we spraken ook met mensen uit Cananda (Quebec en Cheek), Japan, Brazilië, Duitsland, Zwitserland, Italië, Ierland, Oostenrijk, USA, enz.

Steeds kom je mensen tegen die je ook op de vorige dagen gezien en gesproken hebt. We groeten vaak en met enkele mensen loop je een tijdje samen en groeit er een band. Mooi om te horen wat mensen beweegt om zo op weg te gaan. Vaak ook heel herkenbaar. Verschil met Frankrijk is ook dat we hier meer in een gesloten pelgrimsgemeenschap door het land trekken, veel meer afgesloten van de locale bevolking.

Komende dagen verder richting de wijngaarden van de Rioja.