woensdag 30 april 2008

Châteauroux

Vezelay heeft veel indruk op ons gemaakt. Vooral als je daar op een maandag in april kunt rondlopen, terwijl er nauwelijks andere toeristen zijn. We hadden de basiliek bijna alleen voor ons zelf en genoten van het prachtige uitzicht vanaf de heuvel. Aan het begin van de avond woonden we een H. mis bij in de basiliek. Prachtig gezongen door de paters en de zusters. Toen we daarna door de straatjes dwaalden, kwamen we Arnaud en Marina tegen. Zij waren net aangekomen. We hadden onderweg vaak aan hen gedacht en zij aan ons. Dus een hartelijk weerzien.

De volgende ochtend vertrokken we in de mist over de zgn. historische route naar St Jean Pied de Port (900 km.) We kozen voor de variant via Bourges.

De uitgetrekte bossen van het natuurpark van de Morvan waren prachtig, maar binnen het uur waren we beiden al een keer in de modder gevallen. Zonde van alle moeite van het klerenwassen op de rustdag.

De eerste 2 dagen na de rustdag waren moeilijk. De rugzak leek zwaarder dan ooit. De kilometers op deze nieuwe route waren langer dan op de route voor Vezelay. Hanneke had ook vaak last van haar voet.

We sliepen in de 'refuges de pelerin'. In deze speciale slaapplaatsen voor pelgrims is ook altijd een voorraadkast met eten, zodat we ook zelf konden koken.

Bij de oversteek van de Loire verlieten we de bossen van de Bourgogne en kwamen in de Berry ( cher en indere). Een lofzang op deze streek begint met de woorden 'Notre Berry n'est pas un pays pittoresque'. En dat klopt helemaal. Het is een land van grote vlakken: groen (graan), fel geel ( bloeiend koolzaad), aarde bruin en daarboven eindeloos blauw op de heldere dagen en anders grote donkere en lichte wolkpartijen.

We sliepen op een oude boerderij in het echtelijk bed van de oude boer en zijn vrouw (80) . Lieve mensen die gratis pelgrims opvangen. De boer leidde ons rond op zijn erf en liet de watermolen zien, waarmee zijn familie al generaties lang op deze plek de kost verdiend had. Nu was het voorbij. Zijn kinderen wilden geen boer worden en woonden in de grote steden ver weg. De schuren stonden leeg. Hij had reuma, zijn vrouw kanker.

Ze hadden besloten om op deze plaats te blijven en niet te verhuizen naar een 'maison de retraite' . Mevrouw had heerlijk voor ons gekookt. Maar moest bij de maaltijd wel morfine tabletten nemen voor de pijn. We werden geraakt door de zichtbare pijn van het ouder worden en verlies, maar nog meer door de kracht van de liefde waarmee we ontvangen werden.

Het waren ook de eerste echte lentedagen. Het eerste terrasje; de eerste keer in T-shirt lopen en de eerste dag in korte broek. Op een warme zondag middag liepen we Bourges binnen. Daar hadden we afgesproken met Annet en Bert. Zij brachten een stukje 'thuis' mee. Verhalen over de familie en een doos vol lekkers: hagelslag, vla met slagroom, advocaat, drop, de eigen koffiebeker van Hans, boeken en tijdschriften, brieven van de kinderen, enz. Heerlijk om zo verwend te worden.

Samen liepen we enkele dagen door de vlakte van de Berry. Het zonnige weer had plaats gemaakt voor regen en stormachtige tegenwind. Maar door zo samen op te lopen konden we toch flink wat kilometers afleggen. We sliepen in opvangplaatsen voor pelgrims en konden daar samen koken en eten. In Charost had de gemeente slaapplaatsen, een keuken en douche gemaakt boven de basisschool. In Sainte Faust had een boer een mobilhome op zijn erf speciaal voor pelgrims ingericht. Deze boer vertelde met passie over zijn 'projecten' om de landbouw te vernieuwen. Onder andere het zaaien zonder te ploegen om de humuslaag niet aan te tasten. Mooi om te zien dat er ook toekomst zit in de landbouw en dat mensen met hart en ziel voor hun bedrijf, het milieu en ons voedsel werken.

We hebben zo juist Bert en Annet uitgezwaaid bij het busstation. Zij gaan naar hun auto en tandem om in de Dordogne te gaan fietsen. Wij trekken morgen verder richting het dal van de Creuse en Limognes. Uit de vlakte de heuvels in. We hebben er zin in. Maar nog meer zin hebben we nu in een warm bad in het hotel.

maandag 21 april 2008

Vezelay rustdag

Zondag 20 april, precies een maand na ons vertrek, kwamen we in Vezelay aan. We werden vergezeld door 2000 wandelaars die op deze dag de jaarlijkse wandeltocht Auxerre naar Vezelay liepen. Een mooie ervaring om met zoveel mensen opweg te zijn naar 'la colline éternelle'.Dus de hele dag bonjour; bon courage; saint Jacques ????? In het huis van het klooster sliepen ook Frans en Bob die we al eerder ontmoet hadden. Dus een gezellige avond van bijkletsen. Zij gaan vandaag weer verder. Bob door de Morvan naar Le Puy en Frans via ongeveer dezelfde route dan wij, dus richting Nevers. Wij hebben rustdag en dus tijd om het stadje te bezoeken en in de Basilique de dienst bij te wonen.
De voorafgaande dagen is het gelukkig geleidelijk wat warmer geworden. Hans had veel last van de koude wind.
Ook zaterdag werden we op onze tocht een tijdje vergezeld. Dit keer door een hond. Anders dan de meeste honden hier, stond hij niet te blaffen om ons zo snel mogelijk het dorp uit te jagen, maar liep hij vanuit een boerenerf rustig met ons mee. Na een paar km probeerden wij hem terug te sturen; zonder resultaat. Vlak voor het volgende dorp stopte een auto, de boer gaf ons een hand en zei: "Ah, St. Jacques." Hij kwam zijn hond ophalen en vertelde dat die steeds een stuk meeliep als er pelgrims door het dorp kwamen.
Dit soort ontmoetingen kleuren een sombere dag weer zonnig. Op een andere koude dag was het een gesprekje met kinderen toen we op de middag ons brood zaten te eten in het centrum van het dorp.
In het begin van de week liepen we door eindeloos groene velden van graan en koolzaad. We genoten van de zilver groene golven die door de wind in de velden gejaagd werden. Eindeloze groene velden met hier en daar een eenzame boerderij als een schip op een groene oceaan. Daarna kwamen we in de wijngebieden van de Bourgogne bij Tonnerre en later Chablis. We merkten dat de wijndorpen duidelijk rijker zijn dan de 'graandorpen' En sliepen ook een dag bij een wijnboer.
Vandaag studeren over de route voor de volgende maand.

dinsdag 15 april 2008

Bar sur Seine

Anders dan verwacht, blijken de Fransen warm te zijn en het het weer in Frankrijk koud. Regelmatig worden we gegroet met een brede glimlach. Men knippert met de lichten van de auto, steekt de hand op of roept 'bon courage'.
Zaterdag nodigde mevrouw Pepin ons uit op de koffie in haar huis. Maar het was etenstijd, dus kon het niet bij koffie blijven. We moesten aan het déjeuner.
En volgens de Fransen moet dat uitgebreid en in een bepaalde volgorde. Eerst een aperatief en daarna verschillende gangen. In plaats van een kwartiertje koffiedrinken, zaten we ongeveer 2 uur aan tafel. Gelukkig was het nog maar 10 km naar onze chambre d`hôte in Souligne. Een mooi dorp met een prachtige houten kerk.
Toen we zondag aan het eind van de middag Brienne le Château binnen liepen, zagen we in de verte een schelp achter op een rugzak. Daar stond Maria voor een gesloten hotel te bellen. (Trouwe lezers kennen haar nog uit Namen). Samen gingen we naar het Office de Tourisme. Daar kregen we de sleutel van het 'local de nuit' voor een gratis overnachting. Gezellig samen eten en bijkletsen. Met veel bewondering horen we haar verhaal over hoe ze nog steeds via de Gr 654 haar weg probeert te zoeken. Wij hebben al lang besloten om niet op deze route te blijven aanmodderen.
Maandag bij het vertrek regende het al en er stond een koude wind. Omdat wij naar het zuid westen lopen en de depressies uit die hoek Frankrijk binnen komen, hebben we altijd tegenwind. We liepen een 'eigen' route van meer dan 10 km door een groot bos. Ondanks het weer kunnen we dan toch genieten van de natuur. Een uur voor het einde brak er een onweer los. Regen en hagel wisselden elkaar af. Drijfnat en koud kwamen we op onze slaapplaats. Hanneke had haar eerste grote dip. Nat, koud, zere benen en al zo lang van huis. We hebben de hele avond op het 'grand lit' onder de dekens gelegen en zijn om 21.30 uur gaan slapen.
We hebben de vlakte van de Marne achter ons en zitten in de heuvels tussen de Champagne en Bourgogne. Op de hoogte van Troyes. Vandaag staken we een wild stromende Seine over, die moeite had om al het regenwater van de afgelopen dagen af te voeren.
Het was bewolkt, droog en soms scheen een mager zonnetje. Voor morgen hebben ze zon beloofd, maar overmorgen weer regen.

vrijdag 11 april 2008

Vitry le Francois

Vandaag is onze Lucas jarig. Hij wordt 19. Proficiat !!!!! Vanochtend belden we hem wakker vanuit onze hotelkamer in La Chaussee sur Marne.
Dit keer geen verslag van onze gezellige avonden, maar iets over het landschap en het lopen.
Na Reims kwamen we al snel in de wijnvelden rond de Montagne de Reims. Hier wordt de echte champagne gemaakt. We liepen door enkele wijndorpen en later door de bossen boven op de 'berg'. De vaart zat er goed in. Met wat hulp van de onder-burgermeester van Trepail kwamen we die nacht in een Gite Rural terecht. Een heel huis voor ons zelf. De eigenares bracht een pannetje soep om te helpen ons op te warmen.
De volgende dag was het koud en nat. In dit gure weer volgden wij de Gr 654, maar ook nu liep het moeizaam vanwege de natte klei. Binnen de kortste keren hadden we plateau-zolen van 5 cm modder. Het was rustig en we zagen veel reeën en in de heldere sloot gleed een snoek van 60 cm voorbij. (Er waren ook veel dieren zonder naamplaatje) Gelukkig kwamen we die middag langs het kanaal van de Marne. Daar was een verhard jaagpad dat we konden volgen tot Chalons en Champagne. Drijfnat vonden we een hotel in het centrum.
Gisteren en vandaag zijn we het kanaal langs de Marne blijven volgen met wat beter weer. We lopen in een vlak 'Hollands' rivierenlandschap. Vaak vlak langs de snel stromende Marne. We genieten van de bloemen, het uitbotten van de knoppen en de vogels. Vaak lopen we stukken in stilte; tijd om te mijmeren en aandachtsoefeningen te doen. Vandaag vooral geluisterd naar de geluiden van de natuur.
De teller staat nu op 440 km. Als we zo doorgaan zijn we rond het volgende weekend in Vezelay.
Vanavond slapen hier in Vitry le Francois in een klooster en morgen trekken we verder richting Brienne le Château.
Met veel plezier lezen we steeds jullie reacties.

maandag 7 april 2008

REIMS VERVOLG

(er was even iets mis dus een nieuw bericht. Lees eerst het voorafgaande)

Op zoek naar de burgemeester opende mevr Croudent haar deur en nodigde ons uit voor een de thee. Zij was met haar man na haar pensioen hier komen wonen. Ze kwamen uit Lille en haar man vond het hier zo calme. Voor haar was het te rustig, daarom nodigde ze pelgrims uit op de thee. Trots liet ze brieven zien van Finse en Belgische pelgrims die ons vooraf gingen. Na een uur gezellig praten over dorp, kinderen en kleinkinderen gingen we samen met haar de sleutel zoeken. Helaas, de burgemeester wilde geen opvang meer in de salle.
Mevr. Courdent wilde ons natuurlijk helpen. Maar de hotels in de omgeving waren vol ( vanwege de journalisten bij het proces van Fourniret in Charleville, dacht onze gastvrouw) en bij het karmelklooster waren de zuster aan het bidden. Gelukkig had Hanneke die middag in een bar het nummer van een chambre d hôtes gezien. Die hadden nog plaats en mevrouw bracht ons naar het dorp.
Aan de table d`hôtes zaten ook Marina en Arnaud. Met hen en onze gastheer en vrouw werd het een gezellige avond met prima eten en wijn.
Hier hoorden we ook dat er een nieuwe route was ontworpen door lokale mensen om wat meer begaanbare wegen te volgen. We kregen een kopietje. Dus de volgende dag via kleine landbouwweggetjes en boswegen verder .
Die nacht kwamen we bij toeval terecht op de boerderij van Jos Evers, een Tilburger die al enkele jaren zijn geluk zoekt en vaak vindt in de Franse Ardennen. Omdat ze daar zijn naam niet kunnen uitspreken heet hij daar Josef de Grandchamps ( naam van het dorp) We aten samen met hem schapenvlees en en biologische groenten van eigen boerderij. Onder het eten veel vehalen over Tilburg en zijn werk hier. Naast de boerderij, knapt hij huizen op en verbouwde hij met vriendin Josine het oude station van Wasigny tot groepsverblijf.
We sliepen in een klein huisje naast de boerderij, dat Jos had ingericht voor gasten. Houtkachel, uitzicht op de velden. Het was mooi wakker worden met een voorzichtig bloeiende oude perenboom voor het raam van de zolder en daarachter het weide en bossen.
De volgende dag zagen wa langzaam het weidelandschap van de hogere ardennen overgaan in grootschalige akkerbouw. Het was een mooie wandeldag en voor het eerst konden we op ons gemak in het zonnetje picknicken. In Chateau Porcien kregen we op de mairie de sleutel van de judozaal. We waren ons aan het instaleren toen er op de deur geklopt werd. Jean Pierre (70) kwam binnen met een verhaal over een Belgisch koppel die hij onderweg ontmoet had en naar ons onderweg was. Dat bleken Marina en Arnaud te zijn. Ook nodigde hij ons uit om na de volgende etappe bij hem te komen slapen. Hij liet zijn telefoonnummer achter.
Samen met het Belgisch koningskoppel in het halletje voor de judozaal geslapen op echte bedden.
De volgende dag getwijfeld of we Jean Pierre zouden bellen voor overnachting. Naast een warme jeugdige uitstraling had hij ook een haak i.p.v. een linker onderarm, en zoiets schrikt af. Natuurlijk toch gebeld, want je moet open staan voor wat de camino je geeft. Jean Pierre kwam ons die avond in Bazancourt ophalen en bracht ons naar zijn nieuwe huis achter de boerderij waar hij tot voor kort boerde. Brigitte, zijn vrouw; had de thee al klaar en toen kwamen de verhalen los. Samen hadden ze al tweemaal de tocht naar Santiago gelopen via verschillende routes. Na de douche en een dutje werden we uitgenodigd voor het eten, maar eerst...... champagne. Samen dronken we een fles goede champagne, terwijl we de echte champagne streek nog niet eens bereikt hadden.
En zoals bijna elke avond gingen we naar bed met een dankbaar gevoel. Dat dit ons elke dag maar weer mag overkomen.
Gisteren bracht Jean Pierre ons weer naar de stopplaats van de vorige dag en liepen over de oude romeinse weg naar Reims. Een kaarsrechte veldweg recht op de kathedraal, die je al bijna 10 km vooraf kunt zien.
In Reims zaten we in het zonnetje voor de kathedraal. Daar kwam Frans aanlopen. Hij had die dag rustdag.
Goed om elkaar weer te zien en te horen dat het goed ging ondanks de modder die hij op de GR route tegenkwam.
In de jeugdherberg waren nog twee pelgrims en samen aten we in de rumoerige kantine (groep Amerikaanse jongeren).
Vandaag rustdag =internetdag. Helaas geen post restante bij het postkantoor. Dus opzoek naar landkaarten.
Bezoek aan de kathedraal; prachtige ramen. Voorbereiden voor de volgende 2 weken naar Vezelay. Morgen trekken we de champagne(wijn)streek in.
(na bijna 2 uur internet, geen zin meer in correctie; dus vergeef ons onze .....)

REIMS rustdag

Op 1 april om 16.30 uur stonden we aan de Franse grens. Een nieuw land lag voor ons. Het eerste bord gaf aan dat Santiago de Compostela over de GR nog 2543 km van ons verwijderd is.


Het regende en de voorafgaande uren hadden we het pad gevolgd door de uitgestrekte bossen op de Belgisch Franse grens. Vaak was het pad veranderd in een modderstroom en moesten we ons een weg banen door de struiken naast het pad.


In de bar van ons hotel van Rocroi zat Frans van de Veeken een Leffe te drinken. Frans komt uit Dongen en werkt bij de politie in Tilburg. Daar is hij een collega van de broer van onze goede vriend Leo. Ook op de camino is de wereld klein. We aten samen in het restaurant. Wie Frans wil volgen: opwegnaaronderweg.blogspot. com


De volgende ochtend probeerden we via de Gr-route naar het volgende dorp te komen. Maar ook hier een modder, modder en nog eens modder. Het voordeel van de modder is dat je de voetstappen van je voorgangers goed kunt volgen. En zo zagen we dat Frans ons al vooraf ging. Hij wil zeker de Gr volgen. Wij hadden al een aantal varianten in ons hoofd over kleine verharde wegen.


Die middag in Vaux Villaine gingen we op zoek naar de burgemeester voor de sleutel van de salle communale. Volgens het boekje konden we daar op de grond slapen. De burgemeester is ook boer en dus niet op de mairie.